
Loop een willekeurige school binnen en je ziet leerlingen die verkeerde studietechnieken toepassen. Leerlingen zijn geneigd om hardnekkig vast te houden aan leermethoden die ze zich in een eerder stadium eigen gemaakt hebben, ook al zijn deze volstrekt ineffectief. Daarom zal iedere docent zijn leerlingen de volgende boodschap bij herhaling moeten meegeven.
We
onderscheiden effectieve en ineffectieve studietechnieken. Onder een effectieve
studietechniek verstaan we een leermethode die leidt tot verbetering van je
kennis op de lange termijn.
Om
lesstof te onthouden heb je te maken met je geheugen. We onderscheiden een
korte termijn- , een werk- en een lange termijngeheugen.
Onder
lange termijngeheugen verstaan we de
bibliotheek in je hoofd waarin kennis is opgeslagen.
Onder
werkgeheugen verstaan we je vermogen
om bewust informatie, zoals bijvoorbeeld lesstof, te verwerken.
Het
korte termijngeheugen stelt je in
staat om informatie kort te onthouden bijvoorbeeld iemands telefoonnummer of
iemands adres.
Er
bestaan twee studietechnieken die weinig effectief blijken te zijn, maar die
door veel van jullie worden gebruikt.
Kennis
van de studiestof wordt niet verankerd in je lange termijngeheugen door de
tekst regelmatig te herlezen. Als dit je manier van leren is dan houd je jezelf
voor de gek.
Je
leert pas iets als je daarna deze lesstof in je eigen woorden navertelt alsof
je het aan een medeleerling moet uitleggen. Dan pas vindt het echte leren
plaats!
Het
onderstrepen in lesstof helpt niet bij het memoriseren hiervan. Vaak doe je dit
ook nog als je een tekst voor het eerst leest, terwijl je dan eigenlijk nog niet
precies weet wat de hoofd- en de bijzaken zijn. Als je wel wilt onderstrepen,
doe het dan in ieder geval niet als je een tekst voor de eerste keer doorleest.
Het
onderstrepen in studieteksten is alleen nuttig als je daarna nog een vervolgactiviteit
koppelt aan wat je eerder onderstreept hebt, bijvoorbeeld door hier flash cards
van te maken.
Maar
er bestaan drie geheugentechnieken die wel erg effectief blijken te zijn!
Als
je de avond voor een toets urenlang stampt, houd je jezelf helaas weer voor de
gek. Je slaat kennis tijdelijk op om het daarna ook weer te vergeten. Dat is
precies hetzelfde als een woord schrijven in het zand. Vandaag staat het woord er
nog, maar morgen is het vrijwel verdwenen. Gespreid leren zorgt er juist voor
dat de opgedane kennis ook echt wordt opgeslagen in de bibliotheek in je hoofd;
jouw lange termijngeheugen.
Dit kan d.m.v. een proeftoets, flash cards, een quiz of door je te laten overhoren.
Als
je lesstof op deze manier vaak herhaalt dan beitel je als het ware de kennis in
je lange termijngeheugen. Bovendien merk je vanzelf of je de stof nog paraat
hebt of dat deze is weggezakt en bijgewerkt moet worden. Vergelijk het me het
updaten van je computer.
Het
langdurig oefenen van één vak of vaardigheid is minder effectief dan het
switchen tussen vakken/vaardigheden/maakwerk/leerwerk. Juist door deze
afwisseling is je brein diep aan het leren omdat je zo meerdere routes aanlegt
in je geheugen.
Tot slot
Bouw tijdens het leren een pauze in waarin je jezelf met aandacht vraagt wat je nu zelf van het geleerde vindt en probeer van je lesstof een beeld in je hoofd te maken dan beklijft het leerwerk nog beter!
Laat
je tijdens het leren niet afleiden door een bombardement aan emails of what’s
appberichten. Je ondermijnt daarmee je werkgeheugen dat daardoor niet op volle
kracht kan werken.
Voor
leren moet je wel wat moeite doen!
Als
iedere docent zijn leerlingen instrueert over deze effectieve studietechnieken,
dan pas zal er binnen scholen succesvol leren plaatsvinden en worden scholen echte
leergemeenschappen.
Peter
C. Brown, Henry L. Roediger III, Mark A. McDaniel (2014). Make it stick. The science of
successful learning. Cambridge MA: The Belknap Press of Harvard University
Press.
Benedict
Carey (2014). How we learn. The surprising truth
about when, where, and why it happens. New York: Random House.